2. Nota van aanbieding

Bestuur en visie

Bestuur

Terug naar navigatie - Bestuur

Het bestuur van Noaberkracht werd in 2023 gevormd door de wethouders en de burgemeesters van beide gemeenten. In 2022 hebben er gemeenteraadsverkiezingen plaatsgevonden en als gevolg daarvan is het bestuur van Noaberkracht gewijzigd in samenstelling. Beide gemeenten hebben in het bestuur van Noaberkracht een gelijke stem. Dit betekent dat het voor de besluitvorming niet uitmaakt of één van de gemeenten (in aantal) meer vertegenwoordigers heeft dan de andere gemeente: de stemverhouding blijft gelijk.

Het voorzitterschap wordt door de burgemeesters van Dinkelland en Tubbergen in gezamenlijkheid vervuld.

 In 2023 heeft het bestuur van Noaberkracht negen keer vergaderd. 

Visie

Terug naar navigatie - Visie

De organisatievisie is vastgesteld door het bestuur van Noaberkracht. De omstandigheden en omgeving waarbinnen Noaberkracht functioneert zijn de laatste jaren aanzienlijk gewijzigd. Deze gewijzigde omstandigheden en omgeving doen geen afbreuk aan de organisatievisie die als volgt luidt:

 “Wij ondersteunen onze gemeentebesturen in hun streven naar een vitale en zelfredzame samenleving. Een samenleving die vanuit eigen kracht en initiatief maatschappelijke doelen realiseert. Wij zorgen er daarbij voor dat kwetsbare groepen binnen de samenleving mee kunnen blijven doen”

In 2018 heeft, na vijf jaar, een evaluatie van Noaberkracht plaatsgevonden, genaamd 'De Kracht, Balans en Kansen van Samen' en is er een onderzoek uitgevoerd, genaamd 'Onderhoud Noaberkracht'. Daarnaast was een behoefte ontstaan om naast harmonisatie ook ruimte te hebben voor differentiatie in beleidsvoorkeuren en bestuursstijlen van de beide gemeentebesturen. Om in deze behoefte te voorzien en om aan de veelheid aan aanbevelingen uit de evaluatie en het onderzoek het hoofd te kunnen bieden, is gekozen voor een doorontwikkeling van Noaberkracht.

Gekozen is om Noaberkracht door te ontwikkelen naar een wendbare, toekomstbestendige organisatie die van betekenis is voor de samenleving en meebeweegt met veranderingen in de samenleving. Een organisatie die flexibel is ingericht en inspeelt op de verschillende bestuursstijlen van beide gemeenten.

De toenemende behoefte om in te spelen op vragen en verzoeken uit de samenleving en in te spelen op de verschillende bestuursstijlen heeft zijn weerslag op de ambtelijke capaciteit, competenties en werkprocessen. De noodzaak tot continue ontwikkeling van Noaberkracht is een constante factor gebleken. Hierin lag ook de aanleiding om het programma organisatie ontwikkeling af te bouwen en te borgen in de bestaande organisatie waarbij het management veel nadrukkelijker in positie is gebracht om integraal te sturen op de ontwikkeling van de organisatie Noaberkracht.

In deze nieuwe fase beogen we Noaberkracht sterker te positioneren, organiseren en ontwikkelen, met als doel om zo optimaal mogelijk de autonome gemeentebesturen en de lokale samenleving in de gemeenten Dinkelland en Tubbergen te faciliteren. Gedreven door de kernwaarden Zakelijk, Betrokken en Ondernemend. Waar mogelijk participatief en in co-creatie, waarbij de ontwikkelkracht van de samenleving zelf centraal.

Voor de komende jaren onderkennen we de volgende richtinggevende trends voor de ontwikkeling van de organisatie Noaberkracht:

  1. Democratische vernieuwing en samenlevingsgericht werken. We zien de groei van de participatieve democratie en we zijn op zoek naar nieuwe manieren van besluitvorming en een passende machtsverdeling tussen overheid en inwoner. We zullen werk moeten blijven maken van vernieuwing en investeren in een goed contact met onze inwoners. Daarbij hanteren we een bestuurs- en werkstijl van “Samenlevingsgericht werken”.
  2. Digitalisering. Inwoners hebben recht op digitale dienstverlening tegelijkertijd willen we dicht bij inwoners blijven staan en de menselijke maat kunnen blijven hanteren.
  3. Veranderende arbeidsmarkt. In een krappe arbeidsmarkt is het nog belangrijker om de juiste medewerkers te vinden en de juiste medewerkers aan ons te blijven binden als aantrekkelijk werkgever.
  4. Van organisatie naar organiseren. Dichtbij inwoners en partners staan vraagt van Noaberkracht zich te ontwikkelen naar een organisatie die zich op meerdere schalen netwerkgericht weet te organiseren.

Deze trends zijn voor Noaberkracht vertaald in een zevental actielijnen, zie hoofdstuk 6, die gezamenlijk het plan organisatieontwikkeling vormen.

Indeling jaarstukken

Indeling jaarstukken

Terug naar navigatie - Indeling jaarstukken

De in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) genoemde jaarstukken bestaan uit:

De jaarstukken zijn het sluitstuk van de Planning en Control cyclus. In het eerste deel, het jaarverslag, staat het gevoerde beleid centraal. In het jaarverslag wordt de indeling van de begroting gevolgd en wordt de realisatie van de programma's Bedrijfsvoering en Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien weergegeven. Daarna komen de doelstellingen uit het programma Organisatieontwikkeling aan de orde. 
In het tweede deel, de jaarrekening, worden de balans en het overzicht van baten en lasten gepresenteerd. In deze jaarrekening zijn ook nog de volgende (verplichte) bijlagen opgenomen

  • Overzicht van incidentele baten en lasten
  • Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
  • Overzicht taakvelden

Resultaat en analyse

Resultaat

Terug naar navigatie - Resultaat
Verloop resultaten producten Planning & Control op begrotingsbasis 2023
P&C cyclus 2023 (Bedragen x € 1.000)
Saldo primitieve begroting 2023 0
Saldo 1e programmajournaal 2023 0
Saldo 2e programmajournaal 2023 0
Saldo 2023 op begrotingsbasis (tekort) ten laste van de reserve bedrijfsvoering 0

 

Verloop begroting 2023 versus rekening 2023

Naast de specifieke verantwoording die in het vervolg van de jaarrekening staat, gaan wij in dit algemene deel in hoofdlijnen in op de financiële uitkomsten. Onderstaand een opbouw van het uiteindelijke resultaat, zowel vóór bestemming als na bestemming.

(Bedragen x € 1.000) Raming 2023 vóór wijziging Raming 2023 na wijziging Realisatie 2023
Baten 37.748 43.120 44.157
Lasten 37.495 44.266 44.950
Gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten 253 -1.146 -792
Ontrekking aan reserves 125 2.899 2.242
Toevoeging aan reserves 378 1.753 1.353
Het gerealiseerde resultaat 0 0 96

Analyse verschillen reserves

Terug naar navigatie - Analyse verschillen reserves

Onder de programma’s en in de toelichting op de balans wordt ingegaan op de verschillende mutaties betreffende de reserves. Ook wordt verderop in deze nota van aanbieding een nadere toelichting gegeven op het (ontstaan van het) totaal van onze reserves. Voor een verklaring van het resultaat voor bestemming (dus zonder de onttrekkingen en toevoegingen aan de reserves) in relatie tot het resultaat na bestemming, wordt ook hier kort stilgestaan bij de verschillen tussen de raming en de realisatie betreffende de onttrekkingen en toevoegingen aan de reserves.

De lagere onttrekking aan de reserves hebben te maken met werkzaamheden die in 2023 niet of niet volledig zijn uitgevoerd en in 2024 verder worden opgepakt. Zie hiervoor ook het voorstel met betrekking tot de budgetoverheveling.

Analyse uitkomsten op hoofdlijnen

Terug naar navigatie - Analyse uitkomsten op hoofdlijnen

Hierna wordt ter verklaring van het voordelig resultaat (na bestemming) een analyse op hoofdlijnen gegeven. Vergeleken zijn de werkelijke baten en lasten met de ramingen na verwerkte begrotingswijzigingen.

In globale lijnen luidt het overzicht als volgt:

omschrijving voordeel nadeel
(Bedragen x € 1.000)
Implementatie Wet Open Overheid 194
Accountantskosten 35
Kosten personeel, inhuur en overige personeelslasten 366
Dotatie voorziening verlofsparen 82
Detacheringskosten Dorper Esch 66
Uitvoeringskosten Duurzaamheid 400
Stelposten gemeentewerf 32
Schoonmaakkosten 47
Onderhoudskosten 32
Brandstofkosten tractie 30
Onderhoudskosten tractie 104
Rente schatkistbankieren 102
Abonnementen en vakliteratuur 52
Lunches/Maaltijden 51
Omgevingswet 80
Natura 2000 39
Hogere doorberekening aan gemeenten m.b.t Dorper Esch 66
Overige mee- en tegenvallers 4
Totaal 939 843

Zoals uit het overzicht blijkt is er over het jaar 2023 sprake van een voordelig resultaat van €96.000 (€939.000 -/- €843.000).  In dit voordelige saldo is conform besluitvorming  over de beleidsnota eigen regie op fit (inclusief het vervolg op het generatiepact) rekening gehouden met een onttrekking van € 40.000 aan de reserve bedrijfsvoering. In werkelijkheid is gebleken dat in 2023 meer mensen een beroep hebben gedaan op het nieuwe generatiepact dan eerder werd aangenomen. Hierdoor moesten we over 2023 niet € 40.000 aan de reserve bedrijfsvoering onttrekken maar € 150.000.   Na deze onttrekking resteert nog een bedrag van € 250.000 als verplichting in de reserve bedrijfsvoering voor de beleidsnota eigen regie op fit (inclusief het vervolg op het generatiepact).

 

Het totale voordeel van €96.000 wordt voor een bedrag van €205.000 veroorzaakt doordat een aantal budgetten in 2023 niet of niet geheel zijn aangewend.  Wij stellen voor deze budgetten over te hevelen naar het jaar 2024 (zie budgetoverheveling). 


Voor een nadere toelichting op de verschillende financiële afwijkingen wordt verwezen naar het jaarverslag en de toelichting op de jaarrekening onder de programma’s.

Budgetoverheveling

Terug naar navigatie - Budgetoverheveling
Over te hevelen budgetten 2023
t.l.v. t.l.v. alg.
(Bedragen x € 1.000) Totaal reserves middelen
Digitalisering bouwarchief 58 58 0
Automatiseringskosten 69 19 50
Eigen regie op fit - seniorenregeling 250 250 0
Implementatie Wet Open Overheid 144 144
Quickscan informatieveiligheid 21 11 10
Te storten in reserve verplichtingen voorgaande jaren 542 338 205

De budgetoverheveling in het kader van de Wet Open Overheid is € 50.000 lager dan het gepresenteerde voordeel van € 194.000. Wij hebben namelijk een deel van de beschikbare middelen voor de WOO die we van het rijk hebben ontvangen om deze wet te implementeren en uit te voeren aangemerkt als compensatie voor de extra personele inzet in 2023. Binnen nagenoeg alle geledingen van de organisatie is in 2023 namelijk extra personele inzet nodig geweest om te voldoen aan de deze Wet. Dit heeft op onderdelen geleid tot noodzakelijk inhuur om de reguliere bedrijfsvoering en de dienstverlening aan onze burgers te waarborgen.  Vandaar de lagere budgetoverheveling van € 50.000.

Na deze storting in de reserve bedraagt het negatieve saldo €109.000 (€96.000 minus €205.000). Voordat dit volledige negatieve saldo worden onttrokken  uit de reserve bedrijfsvoering wordt een  specifieke resultaatbestemming voor de duurzaamheidsmiddelen voorgesteld. Hierover is door het bestuur nog geen besluit genomen. Het gaat hierbij om de volgende mutatie:

Bestemming resultaat 2023
(Bedragen x € 1.000)
Omschrijving Totaal
Uitvoeringskosten duurzaamheid
Doteren gemeentelijke bijdrage duurzaamheid capaciteit i.r.t. uitvoeringskosten 400
Onttrekken duurzaamheid capaciteit i.r.t. uitvoeringskosten -142
Mutaties uit de reserve Ambities 2022 - 2026 258

Toelichting op de specifieke resultaatbestemming  

1)  Uitvoeringskosten duurzaamheid

In het coalitieakkoord 2022-2026 Tubbergen en het collegeakkoord 2022-2026 Dinkelland zijn zogenaamde uitvoeringskosten duurzaamheid opgenomen. Deze budgetten zijn in 2023 overgeheveld naar Noaberkracht omdat de uitvoeringskosten binnen Noaberkracht worden gemaakt en ook daar worden verantwoord. Om deze middelen (€ 400.000) ook inderdaad beschikbaar te houden voor het aangegeven doel (uitvoering duurzaamheid) kiezen we ervoor deze geldstroom te laten lopen via de reserve.

Het overgrote deel van de personele inzet op het gebied van duurzaamheid is door Noaberkracht in rekening gebracht bij de rijksvergoeding capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid (CDOKE). Over het jaar 2023 gaat het om een bedrag van ruim € 680.000. Het overige deel van de  personele inzet ten bedrage van € 142.000 brengen we ten laste van de uitvoeringskosten duurzaamheid die de beide gemeenten via de algemene middelen beschikbaar hebben gesteld.  Hierna resteert binnen Noaberkracht nog een bedrag aan gemeentelijke uitvoeringskosten duurzaamheid van € 258.000. Dit bedrag wordt betrokken bij de komende P&C documenten waar  de benodigde uitvoeringskosten conform de nieuwe klimaatvisie in beeld worden gebracht.

Samenvatting

Na besluit van het bestuur wordt het bedrag van € 258.000  gedoteerd  aan de de reserve Ambities 2022 - 2026. Het negatieve saldo bedraagt dan €367.000 (-€109.000 min €258.000) en wordt conform bestendige gedragslijn onttrokken aan de reserve bedrijfsvoering voorzover deze voldoende ruimte biedt.

Reserves en voorzieningen

Reserves en voorzieningen

Terug naar navigatie - Reserves en voorzieningen

In samenvattende vorm geven wij onderstaand een overzicht van de mutaties in de reserves.   

Saldo 1-1-2023 Saldo 31-12-2023 Mutatie
(Bedragen x € 1.000)
Algemene reserve 420 458 38
Bestemmingsreserves 2.121 2.418 297
Totaal reserves 2.541 2.876 335
Voorzieningen 114 356 242
Totaal voorzieningen 114 356 242
ALGEHEEL TOTAAL 2.655 3.232 577

De bestemmingsreserves zijn voor een bedrag van €577.000 toegenomen. Het overgrote deel van deze toename heeft betrekking op de toevoeging van het resultaat van 2022,en het saldo van het 1e programmajournaal, samen een bedrag van €0,9 miljoen en de dotatie aan de reserve ambities 2022-2026 voor een bedrag van 0,4 miljoen. De afname van wordt veroorzaakt door de inzet van van de reserves voor de omgevingswet, digitalisering bouwarchief, generatiepact, data gedreven werken en de inhuur projectleiders voor een totaal bedrag van ruim €0,8 miljoen.   

De voorzieningen zijn toegenomen met €242.000. Deze toename komt door de dotatie aan de voorziening verlofsparen voor de reservering van 2023.

In de toelichting op de balans in deze jaarrekening is een overzicht van de mutaties van beide reserves opgenomen, met daaraan toegevoegd een overzicht van de mutaties per reserve. Verder verwijzen wij tevens naar de paragraaf weerstandsvermogen. Voor de volledigheid moet worden opgemerkt dat in bovenstaande opstelling van de reserves (nog) geen rekening is gehouden met de voorgestelde toevoegingen op grond van de resultaatbestemming 2023. 

Financiële positie en resultaatbestemming

Beoordeling financiële positie

Terug naar navigatie - Beoordeling financiële positie

Bij het beoordelen van de financiële positie dienen wij ook naar financiële vooruitzichten te kijken, met daarin opgenomen een weging van de risico's van Noaberkracht. Verder is de reservepositie van belang, evenals de aanwendbaarheid daarvan. De beoordeling op deze plek houden wij beperkt, omdat ook in de separaat aan de orde zijnde meerjarenbegroting 2025-2028 wordt ingegaan op de vooruitzichten voor 2024 e.v.

De jaarrekening kan met een nadelige saldo (voor bestemming) worden afgesloten. De begrotingsposten zijn niet substantieel en ontoelaatbaar overschreden.

Bestemming resultaat

Terug naar navigatie - Bestemming resultaat

De jaarverantwoording 2023 kent in eerste instantie een nadelig saldo na bestemming van €109.000. Voorgesteld wordt om dit nadelig saldo na bestemming als volgt te bestemmen:

a. Doteren aan de reserve Ambities 2022-2026

-€ 258.000

b. Onttrekken aan de reserve bedrijfsvoering 

€ 216.000

c. Onttrekken aan de algemene reserve

€ 151.000 

Toelichting op bestemming resultaat

De doteren aan de reserve Ambities 2022-2026 ten bedrage van € 258.000 betreft de specifieke resultaatbestemming die is toegelicht onder het onderdeel resultaat en analyse

De reserve bedrijfsvoering kent eind 2023 een stand van € 878.000.   De reserve bedrijfsvoering kent echter ook een aantal meerjarige verplichtingen die zijn toegelicht en gespecificeerd onder het onderwerp toelichting op de balans als onderdeel van de jaarrekening 2023 van Noaberkracht. Het totaal van deze verplichtingen bedraagt € 662.000. Hierbij dient te worden opgemerkt dat al deze verplichtingen zoals ieder jaar bij het opmaken van de jaarverantwoording kritisch tegen het licht zijn gehouden. Dit heeft geleid tot een halvering van een tweetal posten in het kader van de organisatieontwikkeling. Daar waar we uitgingen van een storting in de reserve organisatieontwikkeling ten laste van de reserve bedrijfsvoering van € 250.000 beperken we ons in eerste instantie tot een bedrag van € 125.000. We denken namelijk een deel van de kosten te kunnen dekken via de reguliere budgetten voor studie en opleiding. In het programmajournaal 2024 komen we hier op terug.

Uitgaande van de stand van deze reserve bedrijfsvoering eind 2023 en rekening houdend met de aangegane verplichtingen die rusten op deze reserve ontstaat een herzien saldo van de reserve bedrijfsvoering van € 216.000. Dit betekent dat ook niet meer dan dit bedrag kan worden onttrokken aan de reserve bedrijfsvoering ter dekking van het tekort op de jaarverantwoording 2023 van Noaberkracht. Dit betekent dat voor het restant van het tekort op de jaarverantwoording 2023 van Noaberkracht een beroep moet worden gedaan op de algemene reserve.

Gezien de stand van de reserve bedrijfsvoering dient een bedrag van € 151.000 te worden onttrokken aan de algemene reserve ter dekking van het tekort op de jaarverantwoording 2023 van Noaberkracht.