7.1 Programma Bedrijfsvoering

De kosten van het onderdeel personeel bestaan uit de onderdelen: personeel in vaste dienst, personeel in tijdelijke dienst (inhuur), uitbesteed werk, inkoop van dienstverlening, secundaire arbeidsvoorwaarden en overige aan personeel gelieerde kosten.

De volgende cijfers zijn de werkelijke cijfers per 1 januari 2020:

 

Aantal fte

• 316,82 fte in dienst
• 31,82 fte extern

 

Aantal medewerkers

• 342 medewerkers met een vaste aanstelling
• 13 medewerkers met een tijdelijke aanstelling
• 49 externe medewerkers

 

Man/vrouw verdeling

• 176 mannen in dienst (172,56 fte)
• 179 vrouwen in dienst (144,26 fte)

LEEFTIJDSOPBOUW MEDEWERKERS
Leeftijdscategorie	Vrouw	Man	Totaal
< 20 jaar	1	0	1
20 tot 25 jaar	6	5	11
25 tot 30 jaar	9	12	21
30 tot 35 jaar	15	13	28
35 tot 40 jaar	11	21	32
40 tot 45 jaar	11	16	27
45 tot 50 jaar	24	31	55
50 tot 55 jaar	20	30	50
55 tot 60 jaar	35	27	62
60 tot 65 jaar	37	23	60
65 jaar en ouder	7	1	8
Totaal	175	179	355

Arbo

In de arbeidsomstandighedenwet is het kader opgenomen voor de veiligheid, gezondheid en welzijn van de medewerkers. Periodiek vindt in dat kader een risico-inventarisatie plaats. De hieruit voortvloeiende eisen en aanbevelingen worden opgenomen in het meerjaren ARBO-beleidsplan. Noaberkracht hanteert het zogenaamde eigen regiemodel. Dat wil zeggen dat iedereen, managers en medewerkers, zich bewust zijn van hun eigen rol/verantwoordelijkheid voor een gezond en veilig werkklimaat. Daarbij is er continu aandacht voor veiligheidsprotocollen, bewustwording door scholing/training, een goede bedrijfshulpverleningsorganisatie en een goed verzuimbeleid. 

 

Doelgroepenbeleid

Noaberkracht heeft aandacht  voor plaatsing van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt op voor hen geschikte arbeidsplaatsen.  Dit met inachtneming van de kaders in de Participatiewet en de banenafspraak voor de sector gemeenten.

 

Generatiepact

De regeling generatiepact eindigt per 1 januari 2021.  Dat wil zeggen dat medewerkers tot aan dat moment nog kunnen aangeven mee te willen doen aan deze regeling. Op basis van een evaluatie medio 2020 wordt bezien of en in hoeverre er in 2021 of later een vervolg komt op de regeling. 

 

Integriteit

Noaberkracht is een betrouwbare en transparante organisatie. Medewerkers, leidinggevenden en bestuurders zijn eerlijk en respectvol. Op basis van de vastgelegde kaders met betrekking tot integriteit wordt ingezet op bewustwording van en correct handelen door managers en medewerkers ieder in hun rol en verantwoordelijkheid.

BELEIDSINDICATOREN
Indicator	Noaberkracht 2018	Noaberkracht 2019	Omschrijving
Omvang formatie	6,35	6,65	Aantal fte per 1.000 inwoners
Omvang bezetting	7,88	7,85	Aantal medewerkers per 1.000 inwoners
Omvang overhead	93,00%	97,70%	Totale overhead gedeeld door totale lasten
Externe inhuur	8,9%	11,9%	Kosten externe inhuur gedeeld door de totale loonsom plus kosten externe inhuur
Apparaatskosten per inwoner	€ 679	€ 658	Kosten per inwoner

Bovenstaande verplichte beleidsindicatoren geven de meest recente cijfers die beschikbaar zijn weer. 

Er zijn een aantal onderdelen die binnen het onderdeel personeel vallen, om een beeld te geven zijn hieronder de grootste kostenposten weergegeven:

• Salarissen en sociale lasten
• Inhuur tijdelijk personeel
• Studie- en opleidingskosten
• Teambuilding
• Loonkostensubsidie in verband met afstand tot de arbeidsmarkt
• Overige personeelskosten (arbovoorziening werkplek, consumpties etc.)
• Diensten door gespecialiseerde bedrijven
• Contributies voor personeel
• Flexibele schil

PERSONEEL
	Begroting 2021	Begroting 2022	Begroting 2023	Begroting 2024
Baten	383.451	485.471	535.471	535.471
Lasten	-27.263.569	-27.577.925	-27.944.463	-28.175.401
Saldo baten en lasten	-26.880.118	-27.092.454	-27.408.992	-27.639.930

Verklaring financiële verschillen

De hogere meerjarige lasten ten opzichte van het basis begrotingsjaar 2021 worden vooral veroorzaakt door de jaarlijkse indexering van de personeelskosten.  We gaan uit van een meerjarige indexering van 1,5%. 

De exploitatie van de drie personeelslocaties (gemeentehuis Denekamp, gemeentehuis Tubbergen en de werf in Ootmarsum) zijn opgenomen onder het onderdeel huisvesting.

• 3 locaties:
  • Gemeentehuis Dinkelland
  • Gemeentehuis Tubbergen
  • Gemeentewerf Ootmarsum

Het project huisvesting Noaberkracht is in 2019 opnieuw opgepakt. In 2020 wordt meer duidelijkheid verwacht over een mogelijk vervolg (scenariokeuze). Uitkomsten en eventuele uitwerking hiervan kunnen van invloed zijn op de begroting 2021 van Noaberkracht. Op dit moment is er in de begroting 2021 van Noaberkracht geen budget geraamd voor plannen op het gebied van huisvesting.

Het onderdeel huisvesting kent geen verplichte beleidsindicatoren.

Er zijn een aantal onderdelen die binnen het onderdeel huisvesting vallen, om een beeld te geven zijn hieronder de grootste kostenposten weergegeven:

• Gas, elektriciteit, water
• Gebouwschoonmaak
• Bouwkundig onderhoud/reparaties
• Afschrijvingslasten

HUISVESTING
	Begroting 2021	Begroting 2022	Begroting 2023	Begroting 2024
Baten	31.329	31.329	31.329	31.329
Lasten	-476.805	-474.931	-471.336	-470.381
Saldo baten en lasten	-445.476	-443.602	-440.007	-439.052

Verklaring verschillen

De lagere lasten op termijn  worden veroorzaakt door voordelen op de kapitaallasten (afschrijving).

De kosten van het onderdeel ICT bestaan uit aanschaf, onderhoud en vervanging van alle hard- en software binnen Noaberkracht.

De kengetallen hieronder geven de in 2021 te verwachten aantallen "devices" en abonnementen en beschikbare dekking weer.

KENGETALLEN
Omschrijving	Aantallen	Beschikbare dekking per stuk
Desktops	230	€ 570
Laptops i.h.k.v. Het Nieuwe Werken	260	€ 930
Laptops functie gerelateerd	40	€ 930
iPads	80	€ 560 incl. toetsenbord
iPads t.b.v. gemeente Dinkelland	43	€ 560 incl. toetsenbord
iPads t.b.v. gemeente Tubbergen	32	€ 560 incl. toetsenbord
iPads Pro	4	€ 1.400 incl. toetsenbord
Smartphones	425	€ 340
Mobiele Data-Spraak abonnementen	425	€ 6,90 p/mnd, inclusief verbruikkosten buiten de bundel en aanvullende diensten
Mobiele Data abonnementen	70	€ 6,90 p/mnd, inclusief verbruikkosten buiten de bundel en aanvullende diensten
Eizo 22 inch beeldschermen	515	€ 180

De afgelopen jaren heeft laten zien dat de werkelijke levensduur van verschillende ICT componenten hoger is dan de levensduur waar we mee rekenen waardoor er op rekening basis vaak sprake was van meevallers binnen de exploitatie van ICT. Door de afschrijvingstermijnen in overeenstemming te brengen met de werkelijke levensduur ontstaat er ruimte binnen de exploitatie van ICT (hard- en software). Middels een opnieuw vastgestelde financiële verordening ex. Artikel 212 Noaberkracht, waarin de afschrijvingstermijnen worden vastgelegd, zijn deze afschrijvingstermijnen aangepast. In de onderstaande tabel is uitgegaan van deze nieuwe afschrijvingstermijnen. Het voordeel dat hierdoor op termijn ontstaat reserveren we vooralsnog binnen ICT met het oog op de verdere uitrol van het werken bij Noaberkracht.

VERVANGINGSINVESTERINGEN
Investeringen die in 2021 terugkomen
Omschrijving	Startsaldo	Afschrijvingstermijn in jaren	Afschrijvingslast per jaar
Glasvezelcomponenten (GBIC) T-D	€ 29.500	10	€ 2.950
iPads Bezwaarschriften Cie	€ 4.500	4	€ 1.125
Harmonisatie Intranet/website	€ 31.500	5	€ 6.300
Aanschaf Microsoft Office	€ 170.000	5	€ 34.000
EMVI Prestatiemeting	€ 4.000	5	€ 800
Centric licenties Impromptu/Cognos	€ 26.000	5	€ 5.200
TFT schermen	€ 42.000	6	€ 7.000
60x Dell 5050 werkstations	€ 40.000	4	€ 10.000
Indoor zendinstallatie mob. telefonie gemeentehuis Dinkelland	€ 33.000	3	€ 11.000
10x iPad Buitendienst + 3xiPadPro tbv zaaksyst	€ 5.600	3	€ 1.867
Multimedia	€ 27.200	4	€ 6.800
Vervanging 3x ESX servers uit 2017	€ 45.000	4	€ 11.250
2x tabloid weginspectie	€ 5.000	5	€ 1.000
HNW (2018) 36× mobiele telefoons	€ 9.000	3	€ 3.000
Hard- en Software Laptops OR	€ 7.000	3	€ 2.333
HNW (2018) 36× laptops met toebehoren	€ 34.020	3	€ 11.340
15 x laptops+tokens (2018) buiten HNW om	€ 14.000	3	€ 4.667
Laptops, Printers, Smartphones en PC’s SPD	€ 11.000	3	€ 3.667

Monitoren en up-to-date houden ICT netwerk en beveiliging

Het monitoren en up-to-date houden van het Noaberkracht ICT netwerk en de daarmee gemoeide beveiliging heeft dagelijks onze aandacht. Op deze wijze blijven de prestaties van het systeem op een hoog niveau. Om dreigingen van buitenaf te kunnen blijven weren is het noodzakelijk om in 2021 onderdelen van het netwerk te vervangen.

 

Vervangen ICT management systeem (ZenWorks)

Het huidige ICT management systeem (Zenworks) is verouderd en moet vervangen worden. Onderdelen die vervanging vragen zijn o.a. Filr, Mobile Device Management (MDM), software distributiesysteem en monitoring. De fabrikant/leverancier van Microfocus heeft bijvoorbeeld aangegeven te stoppen met de doorontwikkeling van een aantal modules waarvan wij gebruik maken. Naar aanleiding van een in 2020 uitgevoerd onderzoek naar geschikte vervangende software zal deze in 2021 aanbesteed en geïmplementeerd worden.

 

Deelnemen in IT-Platform Twente

Op 1 juli 2018 is het IT platform Twente opgericht door de Kring van gemeentesecretarissen.  Dit IT platform Twente is eigenlijk de vervanger van het Shared Service Netwerk Twente (SSNT). Het IT platform is gevormd door samenvoeging van de succesvolle IT gerelateerde onderdelen uit eerdere gezamenlijke regionale programma’s. Ook in 2021 wordt ambtelijke capaciteit beschikbaar gesteld om deel te nemen aan dit platform. Net als in 2020 is het doel om bij verschillende initiatieven aan te sluiten van het platform, wanneer deze initiatieven leiden tot een  hogere kwaliteit van dienstverlening tegenover lagere kosten en verminderde kwetsbaarheid.

 

Procesverbetering

Toegevoegde waarde leveren we door kritisch te kijken naar onze processen en verspillingen te elimineren. Bij de start van Noaberkracht is er voor gekozen om onze processen te harmoniseren en verbeteren. Ook dit jaar zullen we weer diverse processen tegen het licht houden, met als doel om te focussen op stappen die waarde toevoegen voor de klant en/of de organisatie.

Het onderdeel ICT kent geen verplichte beleidsindicatoren.

Er zijn een aantal onderdelen die binnen het onderdeel ICT vallen, om een beeld te geven zijn hieronder de grootste kostenposten weergegeven:

• Onderhoud en support ICT software
• Onderhoud en support ICT hardware
• Verbindingen, internet en telefonie
• Diensten gespecialiseerde bedrijven
• Stelposten
• Afschrijvingslasten

 

Voor ICT wordt gewerkt volgens de beginselen van een ideaalcomplex. Dat wil zeggen dat de totale omvang van de kosten binnen ICT gelijk blijft. Vrijval van afschrijvingslasten wordt toegevoegd aan de stelpost binnen ICT zodat de vervanging (van vooral hardware) op termijn geborgd is.

ICT
	Begroting 2021	Begroting 2022	Begroting 2023	Begroting 2024
Baten	2.461	2.461	2.461	2.461
Lasten	-2.811.746	-2.811.746	-2.811.746	-2.811.746
Saldo baten en lasten	-2.809.285	-2.809.285	-2.809.285	-2.809.285

Onder tractie wordt bij dit onderdeel verstaan alle vervoersmiddelen binnen Noaberkracht. De kosten van al deze vervoersmiddelen bestaan uit aanschaf, onderhoud, vervanging en overige exploitatielasten.

De volgende vervoersmiddelen zijn per februari 2020 aanwezig binnen Noaberkracht:

• 24 Auto's / vrachtwagens
• 8 Tractors
• 18 Aanhangers
• 6 Strooiers
• 6 Sneeuwploegen

De afgelopen jaren heeft laten zien dat de werkelijke levensduur van verschillende tractie middelen hoger is dan de levensduur waar we mee rekenen waardoor er op rekening basis vaak sprake was van meevallers binnen de exploitatie van tractie. Door de afschrijvingstermijnen in overeenstemming te brengen met de werkelijke levensduur ontstaat er ruimte binnen de exploitatie van tractie. Middels een opnieuw vastgestelde financiële verordening ex. Artikel 212 Noaberkracht, waarin de afschrijvingstermijnen worden vastgelegd, zijn deze afschrijvingstermijnen aangepast. In de onderstaande tabel is uitgegaan van deze nieuwe afschrijvingstermijnen. Het voordeel dat hierdoor is ontstaan is aangewend ter invulling van de aanvullende extra taakstelling op Noaberkracht.

VERVANGINGSINVESTERINGEN
Investeringen die in 2021 terugkomen (alleen de voertuigen binnen Noaberkracht, niet van de SPD)
Omschrijving	Bouwjaar	Vervanging door	Startsaldo	Afschrijvingstermijn in jaren	Afschrijvingslast per jaar
VW-T5	2007	auto/caddy	€ 18.500	10	€ 1.850
VW-T5 kantonniers	2010	bus verhoogd	€ 32.500	10	€ 3.250
MAN	2010	vrachtwagen 4x6	€ 249.000	10	€ 24.900
Brimos - wegafzetting	2002	aanhanger	€ 14.000	15	€ 933
Epoke - schuitemaker	2012	strooier vrachtwagen	€ 51.500	8	€ 6.438
Peugeot	2010	auto/combi	€ 19.000	10	€ 1.900
VW-Crafter kantonniers	2010	bus verhoogd (+BPM)	€ 48.000	10	€ 4.800
John-Deere	2006	tractor	€ 72.500	10	€ 7.250
Fendt	2007	tractor	€ 115.000	10	€ 11.500
Speedgrader	2007	wegenschaaf	€ 70.000	10	€ 7.000
Toyota	2007	auto/combi	€ 19.000	10	€ 1.900
Toyota	2007	auto/combi	€ 19.000	10	€ 1.900
Tijhuis	1998	aanhanger	€ 2.500	15	€ 167
Verdonk	1998	aanhanger	€ 4.800	15	€ 320

De vervanging van tractiemiddelen vindt in principe plaats op basis van het jaarlijkse vervangingsschema. Echter, er wordt wel kritisch gekeken naar de technische staat van de voertuigen.  Bij de tractiemiddelen die nog in goede staat zijn kan er voor worden gekozen om vervanging een jaar op te schuiven. Ook de ontwikkelingen bij SOWECO spelen hierbij een rol.

Het onderdeel tractie kent geen verplichte beleidsindicatoren.

Er zijn een aantal onderdelen die binnen het onderdeel tractie vallen, om een beeld te geven zijn hieronder de grootste kostenposten weergegeven:

• Klein gereedschap, materieelaankoop
• Gas
• Brandstof voertuigen
• motorrijtuigenbelasting en verzekering voertuigen
• Onderhoud/reparatie voertuigen
• Huur van roerende zaken
• Stelposten
• Afschrijvingslasten

 

Voor Tractie wordt gewerkt volgens de beginselen van een ideaalcomplex. Dat wil zeggen dat de totale omvang van de kosten binnen Tractie gelijk blijft. Vrijval van kapitaallasten wordt toegevoegd aan de stelpost binnen Tractie zodat de vervanging op termijn geborgd is.

TRACTIE
	Begroting 2021	Begroting 2022	Begroting 2023	Begroting 2024
Baten	0	0	0	0
Lasten	-561.482	-563.482	-586.482	-586.482
Saldo baten en lasten	-561.482	-563.482	-586.482	-586.482

Verklaring verschillen

Bij het opstellen van de begroting 2019 is het wagenpark opnieuw geïnventariseerd. Hieruit bleek een verhoging van het plafond van het ideaalcomplex noodzakelijk. Deze verhoging heeft via besluitvorming bij de begroting 2019 plaatsgevonden en wordt gefaseerd doorgevoerd. Dit verklaart de meerjarige oploop van de kosten.

Onder dit onderdeel zijn de kosten van de zogenaamde overige goederen en diensten verantwoord. Hierbij moet worden gedacht aan facilitaire kosten, contributies, portokosten, onderhoud van gebouwinstallaties, SPD en Soweco.

Er zijn geen kengetallen voor het onderdeel goederen en diensten, overig.

De afgelopen jaren heeft laten zien dat de werkelijke levensduur van verschillende tractie middelen hoger is dan de levensduur waar we mee rekenen waardoor er op rekening basis vaak sprake was van meevallers binnen de exploitatie van tractie. Door de afschrijvingstermijnen in overeenstemming te brengen met de werkelijke levensduur ontstaat er ruimte binnen de exploitatie van tractie. Middels een opnieuw vastgestelde financiële verordening ex. Artikel 212 Noaberkracht, waarin de afschrijvingstermijnen worden vastgelegd, zijn deze afschrijvingstermijnen aangepast. In de onderstaande tabel is uitgegaan van deze nieuwe afschrijvingstermijnen. Het voordeel dat hierdoor is ontstaan is aangewend ter invulling van de aanvullende extra taakstelling op Noaberkracht.

VERVANGINGSINVESTERINGEN
Investeringen die in 2021 terugkomen (alleen de voertuigen van de SPD)
Omschrijving	Bouwjaar	Vervanging door	Startsaldo	Afschrijvingstermijn in jaren	Afschrijvingslast per jaar
Dacia Logan	2011	auto/caddy	€ 18.500	10	€ 1.850
VW pick-up met kraan	2010	kantonniersbus	€ 60.500	10	€ 6.050
VW Crafter 6 pers	2011	bus 6 pers aannemers uitvoering	€ 32.500	10	€ 3.250
VW Crafter 6 pers	2011	bus 6 pers aannemers uitvoering	€ 32.500	10	€ 3.250
TOP	2000	aanhanger	€ 4.800	15	€ 320
Kupa schaftkeet	2003	schaftwagen	€ 11.500	15	€ 767
Kupa schaftkeet	2004	schaftwagen	€ 11.500	15	€ 767
VW Crafter	2010	bus/pick-up (+BPM)	€ 48.000	10	€ 4.800
Heftruck	2001	heftruck	€ 22.000	10	€ 2.200
New-Holland	2006	tractor (meer PK's)	€ 92.000	10	€ 9.200
Dacia Logan	2010	auto/combi	€ 19.000	10	€ 1.900
Dacia Logan	2010	auto/combi	€ 19.000	10	€ 1.900
Dacia Logan	2010	auto/combi	€ 19.000	10	€ 1.900

Rechtsmatigheidsverantwoording

Door een komende wetswijziging zal het bestuur vanaf boekjaar 2021 zelf een rechtmatigheidsverantwoording afgeven in de jaarrekening 2021. Op dit moment verstrekt externe accountant Eshuis een controleverklaring met een oordeel inzake getrouwheid en rechtmatigheid bij de jaarrekening van Noaberkracht. De externe accountant Eshuis geeft vanaf boekjaar 2021 een controleverklaring af met alleen een oordeel inzake de getrouwheid van de jaarrekening, inclusief de rechtmatigheidsverantwoording door het bestuur die in de jaarrekening wordt opgenomen. In januari 2020 heeft de commissie BBV een modelmededeling van de rechtmatigheidsverantwoording plus toelichting op haar site gepubliceerd. De commissie Bedrijfsvoering, Auditing Decentrale Overheden (BADO) werkt momenteel aan een notitie die meer invulling geeft aan de praktische uitwerking van de rechtmatigheidsverantwoording. Ook ambtelijk zijn inmiddels de voorbereidingen gestart zodat het bestuur in 2021 in staat is om een rechtmatigheidsverantwoording af te geven in de jaarrekening.

 

Leaseauto's

Noaberkracht heeft de laatste jaren een aantal leaseauto's in gebruik voor dienstreizen en het reizen tussen de drie locaties. Er wordt onderzocht of het een optie is om deze leaseauto's in 2021 te vervangen door elektrische leaseauto's.

 

Bureaubenodigdheden en portokosten

Noaberkracht probeert de kosten voor bureaubenodigdheden en portokosten zo laag mogelijk te houden. Dit gebeurt vooral door medewerkers bewust te maken van de kosten en te wijzen op andere opties die er zijn. Zo is het doel om zo weinig mogelijk antwoordenveloppen te gebruiken in verband met de kosten hiervan. Daarnaast wordt post niet direct de volgende dag verzonden als dit niet noodzakelijk is. In 2021 blijft dit het streven. 

 

Door toenemende digitalisering is er steeds minder papier nodig. De invloed van deze ontwikkelingen op bijvoorbeeld het benodigde aantal schrijfmapjes en printpapier wordt in de gaten gehouden.

Het onderdeel goederen en diensten, overig kent geen verplichte beleidsindicatoren.

Er zijn een aantal onderdelen die binnen het onderdeel goederen en diensten, overig vallen, om een beeld te geven zijn hieronder de grootste kostenposten weergegeven:

• Bureaumaterialen en andere facilitaire kosten
• Klein gereedschap en materieelaankoop
• Brandstof voertuigen
• Onderhoud/reparatie
• Contributies
• Portokosten
• Verkoop kleine gebruiksgoederen
• SPD
• Soweco

GOEDEREN EN DIENSTEN, OVERIG
	Begroting 2021	Begroting 2022	Begroting 2023	Begroting 2024
Baten	152.700	152.700	152.700	152.700
Lasten	-2.516.184	-2.518.789	-2.532.789	-2.532.789
Saldo baten en lasten	-2.363.484	-2.366.089	-2.380.089	-2.380.089

Verklaring verschillen

Bij het opstellen van de begroting 2019 is ook het wagenpark van de SPD opnieuw geïnventariseerd. Hieruit bleek een verhoging van het plafond van het ideaalcomplex noodzakelijk. Deze verhoging heeft via besluitvorming bij de begroting 2019 plaatsgevonden en wordt gefaseerd doorgevoerd. Dit verklaart de meerjarige oploop van de kosten.

Binnen Noaberkracht lopen verschillende projecten die zowel inhoudelijk als financieel in dit onderdeel worden toegelicht. Voor het jaar 2021 is er één project bekend op dit moment: Omgevingswet.

Er zijn geen kengetallen voor het onderdeel projecten.

Project Omgevingswet

Vanuit het project Omgevingswet wordt er via een aantal lijnen gewerkt aan de implementatie. De omgevingsvisie is eind 2020 goedgekeurd en vormt het kader voor het omgevingsplan. Met het ingaan van de omgevingsvisie is er een basis van waaruit beleid voor de fysieke leefomgeving vormgegeven kan worden. In de uitgangspuntennotitie voor het Omgevingsplan die eind 2020 opgeleverd wordt, is beschreven hoe omgegaan wordt met de overgangssituatie 2021-2029. In 2021 gaat het Omgevingsplan van rechtswege in en wordt er een traject gestart voor het omzetten van dit omgevingsplan naar een samenhangend omgevingsplan. Om zowel de decentrale regels (bruidsschat) als onze lokale verordeningen integraal te bekijken, af te stemmen en in het omgevingsplan op te nemen, gebruiken we de overgangsperiode zoals beschreven wordt in de uitgangspuntennotitie eind 2020. Tevens zijn er in deze uitgangspuntennotitie scenario’s uitgewerkt voor de aanvragen die in de overgangsperiode gedaan worden. Tot slot wordt op 1 januari 2021 het Digitale Stelsel Omgevingswet in gebruik genomen. Ook dit digitale stelsel wordt in de jaren na 2021 nog doorontwikkeld en verrijkt met toepassingen om het gebruiker makkelijker te maken.

 

Dit betekent voor het project Omgevingswet dat per 1 januari 2021 de projectopdracht afgerond is. Eind 2020 wordt er opnieuw gekeken naar de inrichting van het project en het aansturen van de verschillende activiteiten in 2021. De verwachting is dat de uitvoering van de uitgangspuntennotitie en de doorontwikkeling van het DSO grotendeels in de lijnorganisatie plaats kan vinden. Deze werkzaamheden vragen nog steeds extra capaciteit, los van eventuele frictiekosten vanwege andere werkwijze en andere ICT-toepassingen. De structurele consequenties voor de begroting van Noaberkracht en de beide gemeenten zoals consequenties in leges, formatie, ICT-kosten worden eind 2020 duidelijk als besloten is wat de werkwijze wordt en welke software we gaan gebruiken. Dit zal vertaald worden in de financiën in het raadsperspectief van beide gemeenten.

Het onderdeel projecten kent geen verplichte beleidsindicatoren.

PROJECTEN
	Begroting 2021	Begroting 2022	Begroting 2023	Begroting 2024
Baten	0	0	0	0
Lasten	-110.000	0	0	0
Saldo baten en lasten	-110.000	0	0	0

TOTAAL PROGRAMMA BEDRIJFSVOERING
	Begroting 2021	Begroting 2022	Begroting 2023	Begroting 2024
Baten	569.941	671.961	721.961	721.961
Lasten	-33.739.786	-33.946.873	-34.346.816	-34.576.799
Saldo baten en lasten	-33.169.845	-33.274.912	-33.624.855	-33.854.838